Hooggevoeligheid (HSP) en psychosomatische klachten
Ook lichamelijk kunnen hooggevoelige personen eerder ‘ontregeld’ raken. Omdat ze al een gevoelig lichaam hebben, ontwikkelen ze vaak extra hevige symptomen als ze onder druk staan.
Een gevoelig lichaam
De invloed van de omgeving is groter op een hooggevoelig persoon, zowel negatief als positief. In een omgeving die past bij en ondersteunend is aan een hooggevoelig persoon zal hij meer dan gemiddeld floreren. In een omgeving die onvoldoende aansluit bij zijn behoeften zal hij meer dan gemiddeld hiervan lasten ervaren.
Levensgebeurtenissen klein of groot maken komen daarom bij een hooggevoelig persoon intenser binnen dan bij anderen en kunnen eerder leiden tot negatieve emoties. Hooggevoelige kinderen lijken sterker te worden beïnvloed dan andere mensen door de aan- of afwezigheid van veilige hechting en voldoende steun van andere verzorgers. Diepgaande verwerking is waarschijnlijk de reden dat gevoelige personen vaker dan anderen worden ontregeld door vergelijkbare gebeurtenissen tijdens hun jeugd. Dit kan zich uiten in een ongebruikelijk laag gevoel van eigenwaarde, extreme verlegenheid of angst voor sociale oordelen, een onveilige hechting in de volwassenheid en het leven als zinloos ervaren. Over de lichamelijke gevolgen hiervan specifiek bij HSP’ers is mij minder bekend echter over de relatie tussen stress en lichamelijke klachten zijn we in de loop der jaren veel te weten gekomen. Stress, en dan met name de omgang met stress, kan leiden tot diverse lichamelijke klachten. In mijn HSP-praktijk ervaren mensen geregeld dat buikklachten, hoofdpijnen, nek-/schouderklachten etc. verminderen of zelfs verdwijnen gedurende het bevrijden van grote en kleine trauma’s en het anders en liefdevoller leren omgaan met zichzelf. Gezien de intensieve ervaringen die ik zelf ook heb met lichamelijke klachten, durf ik met zekerheid te zeggen dat het onderzoeken van de samenhang tussen je lichaam, je geest en je zielspad zeer noodzakelijk en bevrijdend is.
(….)Ik weet nog een moment dat ik 13 of 14 jaar oud was en in de natuur wandelde. Plotseling kreeg ik een inzicht. Dat stotteren of andere lichamelijke klachten eigenlijk een groot voordeel hadden. Namelijk dat het er mij op wees dat er iets ‘mis’ was. Dat ik niet de juiste weg aan het bewandelen was, iets deed of niet deed wat niet goed voor mij was. En dat ik hierdoor gedwongen werd om niet alleen het lichamelijke ongemak, maar vooral datgene wat er ‘mis’ was, aan te pakken. Anders zou ik er immers niet van afkomen. Een inzicht wat ik nooit vergeten ben.(…)
Het lichaam spreekt zijn eigen taal
Als kind en jongvolwassene een flinke stotteraar, rond mijn 33e jaar mijn eerste hernia waarna er nog 2 volgden, op mijn 30e een enorme burnout en op mijn 37e flink overspannen, zelf lichamelijk niet in staat om zwanger te raken en op mijn 38e een jaar invalide geraakt vanwege totale fixatie/vastzetting van mijn rug. Ik kan een deuntje meezingen over hoe het lichaam zijn eigen taal spreekt en mij duidelijk maakte hoe ik er emotioneel aan toe was.
Al deze lichamelijke klachten kwamen niet uit de lucht vallen. In mijn leven vonden een rij tegenslagen plaats met als hoogtepunt het bevallen van onze overleden zoon en het in brand staan van ons huis binnen 3 dagen tijd. Terugkijkend was dit nodig om de koers in mijn leven flink te wijzigen.
Het heeft mij geleerd dat ik het fijn vind te leven vanuit veel vrijheid, stilte, rust, natuur, diepgaande relaties, dieren, creativiteit, te genieten van zang, dans, humor en bovenal daardoor mijn relatie met de ongeziene wereld in stand te houden, te kunnen blijven luisteren naar de stem in mezelf en daarmee ook naar de stem van het leven en van mijn engeltjes. Dit lukt mij niet als ik maar doordender en doordraaf. Het kost me soms moeite mijn manier van leven in stand te houden, omdat de maatschappij me regelmatig een andere kant op wil sturen, maar als het nodig is geeft mijn lichaam me weer kleine signalen en weet ik; oppassen geblazen, anders gaat het mis. Belangrijker echter nog dan het ‘mis gaan’ is dat ik op dat moment niet het leven leef zoals ik het leuk vind. En is dat niet waar het om gaat?
Stotteren.
(…..)”Op school werd een logopedist ingeschakeld. Ik herinner me nog zijn mooie tekeningen in mijn oefenschrift, maar ik geloof niet dat ik er veel mee opschoot wat het praten betreft. Het was vooral een technisch verhaal over oefeningen doen om bepaalde letters soepeler uit te kunnen spreken. Opvallend was dat ik ‘slechte en goede’ dagen had en vooral ook dat het uitmaakte met wie ik praatte. Bij mensen bij wie ik me op mijn gemak voelde deed ik het vaak minder. Als ik ook maar enigszins druk of spanning ervoer werd het gelijk meer. Deze spanning kon ook helemaal los staan van de persoon met wie ik sprak. Bijvoorbeeld als ik zelf extra gespannen was vanwege opgehoopte emoties, drukte of moeheid.
Ondertussen vond ik het allemaal doodvermoeiend. Naast dat ik absoluut niet wilde dat anderen zinnen voor mij afmaakten, forceerde ik mezelf ook om allerlei dingen te doen die ik juist, vanwege het stotteren, spannend vond. Een soort bewijsdrang, met name naar mezelf toe (….)
Terugkijkend en ook in mijn huidige leven (inmiddels stotter ik bijna niet meer) weet ik dat als ik stotter het een signaal is dat er iets aan de hand is. Ik moet dan nagaan of de oorzaak zich afspeelt op het niveau van mijn lichaam, mijn ziel of mijn geest. Lichamelijk zijn bij mij de belangrijkste vragen: Ben ik moe? Welke boodschap blijft er letterlijk steken in mijn keel? Welke emotie wil gezien worden? Regelmatig is dat boosheid. Zijn er andere lichaamsdelen die ook informatie geven, om aandacht vragen? Op het niveau van mijn ziel zijn het vragen als: Probeert het universum, het leven, mij iets duidelijk te maken? Bewandel ik wel het pad dat bij mij hoort? En geestelijk: Ga ik mee in mijn gedachtes? Neem ik mijn gedachtes te serieus? Wil ik te veel? Val ik terug in oude patronen en bijbehorende overtuigingen? Moet ik van alles van mezelf?
Ik moet dan de tijd nemen om stil te staan, letterlijk en figuurlijk, zodat ik deze vragen kan stellen aan mijn hart. Het is eigenlijk altijd iets wat ik liever niet wil voelen, waar ik liever overheen stap. En vaak is dat gevoel gewoon simpelweg moeheid. Moe van alles wat ik van mezelf moet, het weer te veel bezig zijn met wat er van me verwacht zou worden, een druk die ik mezelf opleg. (….) “
HSP en Stotteren
Mary E. Oyler (2003) ontdekte dat in haar onderzoek 83% van de stotteraars hooggevoelig is. B. Guitar (1998) veronderstelt zelfs dat verhoogde gevoeligheid een biologische aanleg is bij kinderen die stotteren.
Sinds mijn 11e jaar begon ik vrij plotseling met stotteren. Van wat ‘hakkelen’ groeide ik binnen een jaar uit tot een flinke stotteraar. Het heeft mijn tijd op de middelbare school en universiteit beïnvloed doordat het veel angst voor spreken met zich mee bracht. Toen ik op mijn 21e enkele jaren haptotherapie heb gehad ben ik het stotteren grotendeels kwijtgeraakt. Het was via de bewustwording van mijn lijf en het hierdoor leren kennen van mijn eigen behoeftes dat er minder snel blokkades in mijn gevoel en daarmee in mijn spreken ontstonden. Inmiddels heb ik door mijn andere ervaringen met lichamelijke klachten ervaren wat ik hierin zelf kan doen. Het is geen garantie dat iedereen die stottert dat vergelijkbaar ervaart als ik. Iedereen is anders en heeft ook een ander zielspad. Wel zie ik lichaamssignalen altijd als een uitnodiging van je lichaam om te gaan luisteren of het jou iets te zeggen heeft. In mijn praktijk ga ik dit zelfonderzoek graag met jou aan.